What to write?

Bij vroegere Achterkranten had ik op het moment dat ik ze moest gaan schrijven al wat langer een onderwerp in gedachte. Of er kwam er langzaam eentje naar boven. Dit weekend had ik echter nog niets in mijn hoofd zitten. Ik kon meer gaan schrijven over crowdfunding en Ingress, maar ik twijfelde of ik daar een Achterkrant mee vol zou kunnen krijgen. Ja, ik heb weer wat leuke ervaringen opgedaan met Ingress en ik sta op het punt weer wat spullen te ontvangen van campagnes waar ik aan mee had gedaan. Alleen heb ik die spullen nog niet binnen en kan er dus niets over vertellen en ook mijn ervaringen met Ingress levert hooguit twee alineas tekst op. Maar toen kreeg ik een tip van een oud-bestuurslid van Internet Access Foundation, de grondlegger van Internet Access Foundation. Met die informatie, die aardig aansluit op wat Kickstarter campagnes waar ik aan mee had gedaan, kon het wel wat meer worden.

Ingress

Eerst echter nog wat over Ingress. Ik had de laatste dagen wat frustraties met het linken van portals. Dan sta ik bij de portal bij het kantoor van IAF en komen in mijn linklijst een aantal portals uit Zürich naar voren. Links van ruim vijfhonderdvijftig kilometer zijn zeldzaam, dus ik was blij. Ze mislukten jammerlijk genoeg allemaal. Na overleg met Pauline bleek dat ik in mijn enthousiasme om te linken, vergeten was dat er een speciale Mod nodig was, namelijk een LinkAmp. Ik hoop dat ik dat voor de volgende keer onthoud en dat er ruimte is op de portals om zo’n Mod te installeren.

Verder loopt het lekker, al merk ik dat veel Agents minder naar buiten gaan, nu het wat slechter weer aan het worden is. Ik merk dat ook bij mezelf. Een paar portals vlak bij mijn huis bezoek ik nu bijvoorbeeld met de auto onderweg naar huis i.p.v. eerst de auto te parkeren en dan lopend een rondje langs de portals te maken.

Uitbreiding campagnes

Iedereen die wel eens een campagne op Kickstarter heeft gesteund, weet dat op een gegeven moment zo veel geld opgehaald wordt, dat de ontwikkelaars veel meer binnen krijgen dan voor het voltooien van hun plannen noodzakelijk is. Dan upgraden ze de producten of ze leveren extra zaken mee. McThings heeft bijvoorbeeld besloten dat iedere Backer gratis de behuizing voor de bestelde onderdelen meegeleverd krijgt. De ontwikkeling daarvan kon eenvoudig betaald worden uit de extra opbrengst. En met de aantallen die ze moeten uitleveren, is de bouw van de modules goedkoper geworden dan verwacht. Dan kan een extra onderdeel er best nog bij.

Andere ontwikkelaars vragen wel wat geld voor de uitbreidingen. Zoiets had ik cwin november afgelopen week bij een andere campagne. De ontwikkeling van de uitbreiding wordt betaald uit de meeropbrengst van de campagne. Alleen voor de (fors) hogere kosten voor de onderdelen moet een deel bijbetaald worden. Jammer genoeg kan ik niet zeggen welke campagne dat is, want wat ik heb besteld moet nog een verrassing blijven voor Pauline.

The Internet of Things

Dan nu het onderwerp waarvan ik hierboven aangaf dat die me in mijn schoot werd geworpen. Zoals uit de campagnes, die ik in de vorige Achterkrant heb genoemd, is te blijken, ben ik geïnteresseerd in het Internet of Things (IoT). Ik gebruik al devices van Plugwise. Ik heb bestellingen uitstaan voor Homey, McThings. Verder heb ik wat apparaten van Netatmo in en om huis staan.

Zolang je die apparaten in je eigen huis gebruikt, is er geen probleem om die onderling en aan internet te koppelen. Ze gebruiken Zigbee, WLAN of Bluetooth, allemaal protocollen die perfect werken in de beperkte ruimte van een woning of (klein) bedrijf. Wil je echter meer doen, dan moet je naar buiten.

In de meeste gevallen wordt voor IoT devices in de buitenwereld gebruik gemaakt van GSM. Dat werkt natuurlijk perfect, maar de kosten voor het abonnement en voor energie zijn niet laag. Waarbij in de meeste gevallen voeding middels een batterij onmogelijk is door het energiegebruik. De dekking in gebouwen is vaak ook niet om over naar huis te schrijven. Daar gebruik je dan toch het lokale netwerk voor? Dat kan, maar dan moeten alle apparaten zowel WLAN als GSM ondersteunen. Niet goedkoop in aanschaf en het kost alleen maar meer energie.

The Things Network

Daar komt The Things Network om de hoek kijken. De gedachte hierachter is om met een klein aantal basisstations volgens een nieuw, energiezuinig protocol een dekking te realiseren voor een gehele stad. Zo is Amsterdam te bestrijken met een tiental basisstations en zijn er voor Enschede vier nodig. Het lijkt leuk om er aan mee te doen, maar het vraagt nog wel enig onderzoek.

Wat levert het mij op? Natuurlijk is dat de eerste vraag. Het antwoord hoeft niet eens met geld te maken te hebben. Het kan ook gewoon leuk zijn om te doen. Nieuwe ervaringen opdoen en met mensen samenwerken om iets nieuws op te bouwen. Er staan al twee basisstations in Enschede, maar geen van beiden dekt mijn wijk. Wil ik iets doen, zal ik daar dus zelf iets moeten gaan opzetten. De Universiteit Twente valt wel binnen het bereik van één van de basisstations.

Er is een leerstoel op de universiteit die zich bezighoudt met embedded devices. Misschien is die geïnteresseerd. Voor contacten met potentiele gebruikers, zoals de gemeente, zou ik bij de NDIX aan kunnen kloppen. Die willen ook altijd graag meer doen met hun netwerk en bijzondere diensten leveren.

LoRaWAN

Het gebruikte protocol is LoRaWan, ook wel Low-Power Wide-Area Network (LPWAN) of gewoon Low-Power Network (LPN) genoemd. Zoals beide namen aangeven, is het belangrijkste kenmerk het lage vermogen dat nodig is voor het versturen van verkeer over het netwerk. Dat is gedaan door de bandbreedte laag te houden. Terwijl de meeste gebruikers steeds meer bandbreedte nodig lijken te hebben, hebben de meeste IoT apparaten voldoende aan een zeer lage bandbreedte. Om af en toe de status door te geven, heb je geen 100 Mbps nodig. Dan kun je volstaan met 1 Mbps of zelfs minder.

Alles er op gericht om die apparaten jaren te laten functioneren op een simpele batterij, terwijl wel de gevraagde acties ontvangen en uitgevoerd kunnen worden of de gewenste metingen gedaan en de resultaten ervan verstuurd kunnen worden.

Disclaimer

Dit artikel is eerder gepubliceerd als een officiële Achterkrant voor Internet Access Facilities.