Crowdfunding

In het verleden, als iemand geld nodig had voor een goed idee, klopte je aan bij de bank of bij de notabelen in je stad of dorp. Als zij er niets in zagen, was het bijna altijd afgelopen met het idee. Soms trok iemand naar een volgende stad, maar dat gebeurde zelden. Later kon je een oproep plaatsen op je eigen Facebook pagina en hopen dat voldoende mensen het zagen. Maar ook hier heeft Internet weer op een eigen wijze voor een verandering in de manier van werken en denken gezorgd. Er zijn in de loop van de laatste jaren diverse zogenaamde crowdfunding websites verschenen.

Crowdsourcing

Crowdfunding en crowdsourcing wordt vaak door elkaar gebruikt. In feite is crowdfunding een specifieke manier van crowdsourcing. Waar deze laatste een meer algemene term is waarmee aangeduid wordt dat de “crowd” gebruikt wordt om een doel te behalen, duidt crowdfunding op het vergaren van “funds”, geld, om het doel te bereiken. In deze Achterkrant richt ik me op het funding deel, want daar heb ik ervaring mee.

Crowdfunding

Volgens mij de, momenteel meest bekende sites voor crowdfunding zijn Kickstarter en Indiegogo. Bij beiden heb ik de laatste jaren al een aantal malen meegedaan aan projecten om ideeën tot leven te brengen. Dat varieert van speelgoed, wat niet is gelukt, tot huishoudartikelen en technisch gereedschap.

Octofire

Een project dat me veel plezier geeft, is de “Octofire 8 Port (16.8 Amps/ 84W) Turbo Smart USB Charger” van Skiva Technologies. Zoals de naam al doet vermoeden is dit een laadstation waarmee tegelijk 8 devices via USB geladen kunnen worden. Hij is zo intelligent dat hij de diverse telefoons en tablets herkent en zich instelt op de hoogst mogelijke stroom. Vaak zie je bij universele laders dat ze tablets niet met de maximale stroom laden. Daardoor duurt het vaak veel langer dan gebruikelijk. Dat geldt voor de Octofire niet.

Naast laden kan hij ook goed een Raspberry PI voeden. Daarom ligt de Octofire naast mijn TV. Naast de PI hangen er ook standaard twee units voor draadloos laden aan. De ene is bestemd voor mijn smartwatch. De andere gebruik ik voor een Indiegogo project, namelijk de Amiigo.

Amiigo

De Amiigo is een fitness armband, maar anders dan anderen. In de eerste plaats is de levering uitgebreid met een veterclip. Zoals de naam al doet vermoeden, bevestig je die aan de veter van je (sport)schoen. Samen met de armband herkent hij vervolgens met een redelijk grote mate van nauwkeurigheid de oefening die je doet. Je moet er wel voor zorgen dat je de oefeningen goed uitvoert. Maar dat is toch wel nodig om ze effectief te laten zijn.

Sense

Een ander project bij Kickstarter was de Sense. Ook die is gericht op gezondheid, maar dan juist als je niets doet. De Sense houdt je slaap in de gaten en probeert je op het meest optimale moment wakker te maken. Hij houdt de omgeving van je bed in de gaten en waarschuwt als het te licht is of te luid en als de temperatuur te hoog of te laag is. Na de laatste update werkt ook de sensor voor luchtvervuiling en weet ik hoeveel deeltjes er in de lucht zwerven. Gelukkig ligt dat in mijn kamer ver onder het gevaarlijke niveau. Ik zou hem echter niet mee naar de Randstad durven te nemen.

Pauline heeft ook een Sense, in Zwitserland, en daar is de luchtvervuiling nog weer veel lager. Zij was trouwens degene die me attendeerde op de Sense. Maar wat gebeurt er als er twee mensen in bed liggen? Bij de Sense hoort ook een zogenaamde pil, die je aan het kussensloop bevestigt. Doordat het kussen direct met je meebeweegt, herkent de Sense het verschil tussen de twee personen. Je kunt hem dan ook aanleren wie op welke manier gewekt moet worden.

Pockethernet

Pockethernet is weer een totaal ander project. Het is een “Swiss army knife for Network administrators”, zoals de bedenkers het aanprijzen. In feite hebben ze hier wel een beetje gelijk mee. Terwijl de meeste andere, vaak veel duurdere, meters zich beperken tot de kwaliteit van de fysieke bekabeling, zoals open verbindingen, kortsluitingen en lengtes, heeft de Pockethernet de intelligentie om ook de status van het netwerk zelf te onderzoeken. Hij controleert de DHCP- en DNS-servers en kan controleren wat de kwaliteit is van de verbinding met internet.

Ook voor het fysieke deel heeft hij meer testen dan gebruikelijk. Zo kan hij aangeven wat de kwaliteit is van de Gigabit verbinding, omdat dat speciale eisen stelt aan alle acht de draden in een kabel. Als de kabel aangesloten is op een switch, zonder dat er persé een netwerk actief hoeft te zijn, kan de Pockethernet ook aangeven of de switch Power over Ethernet (PoE) heeft en welke spanningen mogelijk zijn. Daarnaast vertelt hij of de verbinding half- of full-duplex, MDI of MDX is. Ook de maximale poortsnelheid, tot 1 Gbps, geeft hij aan.

Oja, dat aangeven is ook moderner dan de meeste anderen. Je kunt een app downloaden waarmee je via Bluetooth verbinding maakt met je Pockethernet. Die hang je ergens in een kast, onder een bureau of boven een plafond aan het netwerk en zelf kun je op een stoel de metingen starten, volgen, rapportages opmaken en deze naar je eigen mailbox laten sturen.

Breadboard USB power

Ik wil toch even het kleinste project noemen. Het betreft een simpele converter van micro-USB naar de powerlines op een breadboard. Zo simpel dat je je afvraagt waarom niemand anders er ooit op is gekomen. Het was echter een mooi cadeau voor Pauline, sinds ze weer druk bezig is met allerlei proefopstellingen voor electronica projectjes.

Lopende projecten

Naast de genoemde projecten, waar ik de spullen voor heb, zijn er ook nog een aantal waar de leveranciers nog druk bezig zijn met het uitwerken van de details, het verkrijgen van keurmerken en het bouwen van de definitieve versie. Ik noem hier speciaal het Enschedese project Homey. In dit geval heb ik de bedenkers zelf al een keer gesproken en ik ben zeer benieuwd naar het moment dat ik het apparaat in gebruik kan nemen.

Disclaimer

Dit artikel is eerder gepubliceerd als een officiële Achterkrant voor Internet Access Facilities.

More Reading
Newer// What to write?
Older// Ingress