Nieuw

Vorige maand vertelde ik dat we afscheid hebben moeten nemen van Brian. Het is ons niet gelukt om gelijk op 1 februari een nieuwe medewerker aan te stellen, maar op 22 februari is Manuel Schrik bij ons begonnen. Maar er is meer nieuws te melden. Daarover leest u na de introductie van Manuel.

Manuel Schrik

Ik ben Manuel Schrik, 30 jaar en sinds 22 februari werkzaam bij IAF. In het verleden heb ik bij andere bedrijven al regelmatig telefonische ondersteuning gegeven op het gebied van computers, netwerken en internet. Die ervaring breng ik dus mee voor mijn werk als helpdeskmedewerker. In mijn vrije tijd ben ik werkzaam bij Circus TijdGeest, waar ik lesgeef en waar ik veel meehelp met het organiseren van festivals en andere activiteiten.

Presentatie

Zoals in de vorige Achterkrant aangegeven was ik toen aanwezig op een conferentie van SURFcert/ibo. Er zijn toen videoopnames gemaakt en die staan nu online. Vanuit de online versie van de Achterkrant wordt er gelinkt naar de opnames en de presentatie zelf. Ik nodig u uit om allen te gaan kijken. De bandbreedte is geen probleem.

Anti-spam

Niet alles wat wij doen, heeft u zo direct in de gaten. Zo hebben we onlangs onze statistieken m.b.t. de mailservers opnieuw opgezet. U merkt dat niet, maar wij kunnen nu wel zien wat u wel merkt. Namelijk hoeveel spam we blokkeren zonder dat die rommel op onze mailservers wordt geaccepteerd. Meer dan 90% van de pogingen om mail af te leveren wordt geblokkeerd.

Ruim 20% wordt geblokkeerd omdat de provider het IP adres van de zendende computer niet in de nameserver heeft gezet. Bijna 30% wordt niet doorgelaten omdat het IP adres van die computer in de PBL blacklist staat. Deze blacklist wordt hoofdzakelijk beheerd door alle internetproviders. Zij geven via deze lijst aan vanaf welke ranges in hun netwerk geen mail hoort te komen.

Alle beetjes helpen, dus ook de methoden die ieder maar 2% meehelpen blijven actief. Dat is bijvoorbeeld Pregreeter. Dat is een methode om spammers die te ongeduldig zijn, te herkennen en te blokkeren. Verder gebruiken we milter-ahead. Hierbij wordt aan de mailserver, waar de mailbox op draait, gevraagd of het adres bestaat. Zo niet, dan wordt ook die mail geweigerd.

Uiteindelijk komt er dus een kleine 9% ook echt door. Daarvan komt 7% in een mailbox op 1 van onze servers terecht. Dat zijn voornamelijk de standaard POP3- en IMAP-mailboxen. Minder dan 1% is nog bestemd voor onze UUCP klanten.

Adrescontrole

De hierboven genoemde Milter-ahead is een methode om te controleren of een geaddresseerde bestaat op de uiteindelijke mailboxserver. Dat is vooral van belang voor klanten die een eigen mailboxserver hebben draaien. Wij zijn niet op de hoogte van de adressen die wel of niet bestaan, maar op deze wijze kunnen we dat wel testen en voorkomen we dat die mailservers mail krijgen aangeboden voor onbekende adressen. En dat voorkomt dat wij daarvoor foutmeldingen moeten sturen naar de adressen die als afzender in de spam wordt genoemd.

Voor mailboxen die op onze eigen servers staan hoeft dat niet. Die adressen staan in een lijst die automatisch bijgewerkt wordt als er een nieuwe mailbox of een nieuwe alias wordt aangemaakt. Deze lijst houdt trouwens ruim 35% van de rommel tegen. Dat zijn voornamelijk adressen die niet (meer) bestaan, maar nog steeds wel voorkomen op de lijsten die spammers elkaar verkopen.

Storage

Op de universiteit ben ik de laatste maanden heel erg druk geweest met het project voor het vervangen van de storage omgeving. Die omgeving moet de komende 5 jaar de universiteit weer voorzien van voldoende ruimte om alle mail, documenten en meer op te slaan. Vooral dat "meer" is relatief veel. Sinds 1 januari 2010 is namelijk ITC onderdeel van de universiteit geworden. En daar werkt men graag met grote, gedetaileerde satellietfoto's. En vooral als je het over een langere tijd wilt kunnen bijhouden.

Het onderzoek naar de mogelijke leveranciers heeft me veel inzicht gegeven in de mogelijkheden van spreadsheets. We moesten rekening houden met diverse groeiscenario's, eisen en mogelijkheden en de kosten hiervoor. We hebben zelfs een nieuwe methode gebruikt om ook rekening te kunnen houden met virtuele kosten. Iedere leverancier levert een andere set features. Dat is altijd lastig te vergelijken. We hebben echter aan iedere feature, die in 1 van de producten aanwezig was, een waarde gehangen. Zo weet je of een bepaalde feature je in de looptijd van het contract meer of minder extra kosten met zich meebrengt.

Disclaimer

Dit artikel is eerder gepubliceerd als een officiële Achterkrant voor Internet Access Facilities.

More Reading
Newer// Zuerich
Older// (Onder)weg