Domeinen

De laatste tijd wordt er op verschillende fronten gediscussieerd over domeinen op Internet. Binnen de centrale Internet organen wordt over nieuwe domeinen op Internet gepraat. Sinds kort bemoeien de Amerikaanse overheid en de Europese commissie zich er ook mee.

Top level domeinen

Ik moet eerst een korte uitleg geven over de TLD's. Binnen Nederland is dit begrip ingeburgerd als het domein onder nl, com enz.. Dit is in feite fout. De domeinen nl en com zijn de TLD's. Ik zal in deze achterkrant de juiste benaming gebruiken. Wat in het spraakgebruik een TLD wordt genoemd is een primary subdomein. Bij de TLD's zelf zijn er ook verschillen. Het domein nl is onderdeel van de groep nationale of countrycode TLD's (ccTLD of nTLD). Het domein com is onderdeel van de groep generieke TLD's (gTLD). Hier vallen ook de bekende domeinen net en org onder. Daarnaast bevat deze groep ook de TLD's gov (voor de Amerikaanse overheid), mil (Amerikaanse leger) en int (voor internationale organisaties).

Nieuwe generieke TLD's

De discussie betreft alleen de gTLD's. Op dit moment is er eigenlijk maar één gTLD echt interessant en dat is het com-domein. Dit domein bevat bijna 600.000 primary subdomeinen. Er treden hierbij twee problemen op. De eerste is van puur technische aard. Om bij uitval van een nameserver toch door te kunnen werken, is het nodig om de gegevens iedere dag over te zetten naar een aantal andere nameservers. Dit begint te lang te duren om dat iedere dag weer te doen. Daarnaast wordt er fors geprotesteerd tegen de monopoly positie van InterNIC. Een aantal bedrijven wil eigen gTLD's gaan exploiteren. Dit werd door de organisatie, die zich bezig houdt met de standaardisatie op Internet tegen gehouden. Het gevaar bestond dat er enige tientallen, zo niet duizenden, nieuwe gTLD's zouden komen. En de ver doorgevoerde hiërarchische structuur is juist het grote pluspunt.

De belangrijkste organisatie die zich bezig houdt met de standaardisatie is IANA. Deze organisatie registreert alle unieke parameters die met het functioneren van het Internet te maken hebben. Hierbij moet gedacht worden aan de poortnummers voor de verschillende protocollen, zoals http, ftp enz., aan MIME-types en de verdeling van IP-adressen. Daarnaast zijn er een paar organisaties zoals de ISOC en IETF, die meer als overlegorganisaties gezien moeten worden. Vooral de ISOC heeft het initiatief genomen om wat aan de status-quo te doen. Het gevaar bestond dat het gehele Internet door de Amerikanen gemonopoliseerd zou worden.

Internet Architecture Board

Er is een commissie opgericht, die na enige tijd gekomen is tot een totaal van 7 nieuwe gTLD's (firm, shop, web, arts, rec, info, nom) en een nieuwe structuur van uitgifte van primary subdomeinen. Het is de bedoeling dat er per gTLD een centrale database komt waar meerdere bedrijven toegang op hebben. Deze bedrijven concurreren met elkaar op het gebied van het aanbieden van de registraties. Bevalt de ene leverancier niet, dan kan men overstappen op een andere zonder de registratie te verliezen. Die zit in de centrale, onafhankelijke database. Maar InterNIC was bang haar positie te verliezen. Ze heeft dus geklaagd bij de Amerikaanse overheid met de mededeling dat Internet in elkaar zou storten als zij niet meer als (enige) aanbieder registraties zou verzorgen.

Amerika

De Amerikaanse overheid heeft, in haar ijver om Internet te redden, opdracht gegeven een onderzoek te doen en met een voorstel te komen. Dit voorstel is er nu en het is in grote lijnen gelijkluidend aan het ISOC voorstel. Er zijn echter wel een paar belangrijke verschillen. Zo wil men ook concurrentie tussen de gTLD's. Volgens dit onderzoek stappen domeinhouders net zo gemakkelijk over naar een andere gTLD als een andere supermarkt. Daarnaast is er niets geregeld voor problemen op het gebied van het merkenrecht. Ze gaan er vanuit dat de gTLD's in de USA zijn gestationeerd en dat dit feit voldoende waarborgen biedt om een en ander volgens de Amerikaanse wet te kunnen regelen.

Europese Commissie

Sinds kort bemoeit ook de Europese commissie zich met deze zaken. Zij staan in grote lijnen achter het oorspronkelijke plan van de ISOC. Zij willen bijvoorbeeld dat het merkenrecht geregeld wordt door de World Intellectual Property Organization (WIPO). Het toezicht wordt dan ondergebracht bij de International Telecommunication Union (ITU). Dit is overeenkomstig de Nederlandse situatie. De feitelijke registratie wordt dan wel verzorgd door de Stichting Internet Domeinregistratie, maar volgens de nieuwe telecommunicatie wet valt deze uitgifte onder de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA).

Deze achterkrant is te klein voor alle achtergrondinformatie. Via de achterkrant op onze website kunnen echter alle relevante links gevolgd worden door degenen die meer informatie wensen.

Disclaimer

Dit artikel is eerder gepubliceerd als een officiële Achterkrant voor Internet Access Foundation.

More Reading
Newer// Veranderingen
Older// Gebrabbel