Wet- en regelgeving op het Internet

Af en toe duiken ze weer op; die discussies over de geldigheid van nationale wetten op het Internet. Eigenlijk is dat heel eenvoudig te beantwoorden. Indien een rechtspersoon zich binnen Nederland bevindt of gebruik maakt van een computer die zich binnen Nederland bevindt, dan is hij onderhevig aan de Nederlandse wet- en regelgeving. En in voorkomende gevallen natuurlijk ook aan de Europese regelgeving.

De situatie als een rechtspersoon zelf binnen Nederland aanwezig is, is duidelijk. Met bedrijven wordt soms wel moeilijk gedaan als er sprake is van vestigingen in verschillende landen. In ieder geval de vestigingen in Nederland dienen zich te houden aan de Nederlandse wetten en regels. Als je zelf niet in Nederland bent, maar wel gebruik maakt van een computer in Nederland; hoe zit het dan precies? Je maakt in dat geval gebruik van zaken die zich binnen de Nederlandse jurisdictie bevinden. Maar hoe ver die zich uitstrekt, is nog voer voor de juristen. Want nog niemand weet of het beperkt blijft tot de inbelcomputer van je provider of dat het ook geldt voor de chatcomputer waar je op zit te chatten. Daarvan weet je vaak niet eens waar die staat.

Maar over welke wetten en regels wordt er dan zo gestreden? Dat is natuurlijk om te beginnen de wet op de computer-criminaliteit. Het Internet bestaat uit een geheel van computers en daar is een aparte wet voor gemaakt. Waarom? Omdat het wijzigen van allerlei verschillende wetjes om daar de computer in op te nemen, te lastig zou zijn. Zo is het net zo verboden om, zonder toestemming, andermans computer binnen te gaan als het is om, zonder toestemming, andermans huis te betreden. Het beschadigen van bestanden is net zo erg als het verscheuren van iemands gordijnen. De meeste niet-computerwetten op dit gebied hebben echter een schrijfwijze die zeer ambtelijk is om misverstanden te voorkomen maar daarbij gelijk de mogelijkheid van een bredere interpretatie onmogelijk maken.

Auteurswet

Anders is het bij de Auteurswet 1912. Dit is ook zo'n wet waarover veel gediscussieerd wordt. De wet heeft betrekking op “… het uitsluitend recht van den maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld.” Wie is eigenlijk de "maker" Dit wordt uitvoerig uit de doeken gedaan in de artikelen 3 t/m 9. Hierbij stelt bijvoorbeeld Art. 8 dat ik de maker van deze Achterkrant ben, omdat ik als maker sta vermeld. Als IAF geen stichting was geweest en ik had deze Achterkrant geschreven in dienst van IAF dan was, volgens Art. 7, IAF ook de maker. Dit is bijvoorbeeld ook naar boven gekomen in de rechtszaak van afgelopen week tussen de Volkskrant en enkele freelance journalisten. Een freelance journalist schrijft (meestal) niet in dienst van een krant en is daardoor dus de maker i.t.t. de krant die het werk uitgeeft.

Wat wel toegestaan is volgens de auteurswet Art. 15a en 15b, is citeren uit beschermde werken. Hier wordt veelvuldig gebruik van gemaakt. En iedere keer is dit weer een punt van strijd tussen de rechthebbende en de gebruiker. Wanneer is er sprake van een citaat en wanneer is er klakkeloos gekopieerd? Hierbij is vaak keuze uit drie opties. Of de gebruiker stopt volledig met het gebruiken van het werk, bijvoorbeeld op zijn homepagina of hij past zijn pagina zo aan dat het ook volgens de rechthebbende onder het citaatrecht valt. De derde mogelijkheid is natuurlijk de gang naar de rechter. Dit is de duurste en vaak minst bevredigende weg.

Privacy

Een wet waar vooral de provider mee te maken krijgt, is de wet op de privacy. Deze wet verbiedt het bijhouden van gegevens van particulieren. Alleen als de gegevens nodig zijn voor de dagelijkse bedrijfsvoering, zoals voor het versturen van facturen, is het bijhouden van die gegevens toegestaan. Het is echter niet toegestaan andere, niet-relevante, gegevens op te slaan. Ook het verstrekken van de gegevens aan derden is niet toegestaan. Er gelden natuurlijk een aantal uitzonderingen. In de eerste plaats zal IAF de gegevens moeten verstrekken als er een gerechtelijk bevel ligt. Verder mogen we NAW- gegevens verstrekken indien daar om gevraagd wordt en wanneer het verstrekken van die gegevens geen onevenredige inbreuk op het leven van de persoon, die het betreft, betekent. Omdat IAF natuurlijk nooit zeker weet waarvoor de gegevens gebruikt gaan worden, zal IAF deze gegevens nooit zomaar verstrekken.

Briefgeheim

In het kader van de wet- en regelgeving wil ik nog even terugkomen op de Achterkrant van juli jl.. Hierin was sprake van de wet op het briefgeheim en het standpunt van NLIP (en IAF). Op dit moment is NLIP in onderhandeling met de verantwoordelijke ministers om te komen tot een wetswijziging waarin wordt gesteld dat op gewone e-mail ook de wet op het briefgeheim van toepassing is.

Het Net

Informatie over Het Net vindt u in iaf.announce. Daarvoor was jammer genoeg hier geen plaats meer.

Disclaimer

Dit artikel is eerder gepubliceerd als een officiële Achterkrant voor Internet Access Foundation.

More Reading
Newer// Allerhande